De dagen van de week, de seizoenen, de eerste Griekse letters in woorden en iets over de uitspraak

psomí ~ brood     choriátiki saláta     tzatzíki     ísodos ~ ingang     kalamarákia tiganitá - gebakken kalamari

tachidromío ~ postkantoor     trápeza ~ bank     óuzo me págo ~ ouzo met ijs     pósimo neró ~ drinkwater     áwgo ~ ei

uitspraak:      uitspreken als Engelse th      uitspreken als zachte v    uitspreken als zachte d     uitspreken als è     uitspreken als ie     uitspreken als ie     uitspreken als oe     uitspreken als av     uitspreken als ev

Zondag ~ Kiriakí Maandag ~ Deftéra (de tweede dag) Dinsdag ~ Tríti (de derde dag) Woensdag ~ Tetárti (de vierde dag) Donderdag ~ Pémpti (de vijfde dag) Vrijdag ~ Paraskeví Zaterdag ~ Sávvato (de sabbat) Weekend ~ Savvatokíerjako

Ochtend ~ to proí Middag ~ to apojévma Avond ~ to vrádi Nacht ~ ti níchta Lente ~ ániksi Zomer ~ kalokéri Herfst ~ fthinóporo Winter ~ chimónas