1 - De tweestemmigheid - De beweging van noot tegen noot - de basisregels


1. Bij een tweestemmigheid nemen we als begin- en eindpunt de prime of het oktaaf.
2. Toegestane intervallen als samenklank, zijn de grote- en kleine terts, reine kwint,
    de grote- en kleine sext en het oktaaf.
3. Toegestane melodische intervallen zijn alle intervallen, behalve de verminderde en overmatige,
    de septiemen en de grote sext.
4. De stemmen kunnen zich ten opzichte van elkaar op drie manieren bewegen:

    In het voorbeeld staan de vormen in volgorde van voorkeur.
    Contrapunt is echter vaak een combinatie van alle drie vormen.
5. De gegeven stem heet Cantus Firmus (c.f.)
6. Probeer de melodie zoveel mogelijk trapsgewijs te schrijven.
7. Antiparallellen ontstaan in tegenbeweging. Die van kwint, oktaaf en prime zijn verboden.

8. De maximale afstand tussen beide stemmen is twee oktaven.
9. Stemkruising is verboden.
10. Het schrijven van een melodische gebroken drieklank dient vermeden te worden.
11. Gebruik geen chromatiek.