HET KARAKTER VAN DE INTERVALLEN


Een deel van het examen dat je moet afleggen, is het herkennen van de intervallen door ze te horen.
Wanneer je weet dat je de intervallen kunt verdelen in 3 groepen,
kan je dit waarschijnlijk helpen om ze gemakkelijker te herkennen.

1. DE VOLKOMEN CONSONANTEN: (prime, kwart, kwint, oktaaf) (1-4-5-8)

Deze intervallen klinken heel zuiver, een beetje kaal zelfs, misschien vind je ze een beetje onvolledig.
Ze klinken een beetje als één toon, omdat ze heel gemakkelijk met elkaar versmelten.
Het zijn intervallen waar je een muziekstuk mee zou kunnen eindigen.

2. DE CONSONANTEN: (terts, sext) (3-6)

Deze intervallen klinken vooral mooi en harmonieus. Wanneer je tweestemmige muziek hoort of je zou tweestemmig zingen,
worden heel vaak de terts en de sext gebruikt.
Je kunt op deze intervallen ook uitstekend eindigen met een muziekstuk.

3. DE DISSONANTEN: (secunde, septiem) (2-7)

Deze intervallen klinken "lelijk", niet echt lelijk, maar ze zijn niet stabiel. Ze willen heel graag oplossen.
Dat betekent dat ze graag gevolgd willen worden door een consonant, een interval uit groep 1 of 2.
Je kunt dan ook niet een muziekstuk eindigen met deze intervallen.

In de muziek komen telkens afwisselingen voor tussen deze groepen intervallen.
Juist dit maakt de muziek zo mooi, spannend en ontspannend.

Klik hier om "Oom Ludwig" te starten. Hier kun je de intervallen leren herkennen
op de notenbalk en oefenen om de intervallen te horen.