MAATSOORTEN EN RITME - SYNCOPEN

Soms komt het in een muziekstuk voor, dat de accenten in een maat worden verschoven. Zo'n accentverschuiving noemen we een syncope. Het woord syncope komt van het Griekse woord συγκοπή (sinkopíe).

Een syncope ontstaat wanneer een beklemtoonde noot wordt overgebonden aan daarvóór liggende niet-beklemtoonde noot. Eigenlijk wordt de plaats van het accent overgeslagen. Het Griekse woord sinkopíe duidt op het overslaan van het hart, dat is natuurlijk iets ongewenst, maar de syncope in de muziek zorgt voor een prachtig speels en swingend effect.

Bij beide onderstaande voorbeelden zie je boven de noten de normale accenten aangegeven.
Er onder staan de accenten die zijn ontstaan als gevolg van de syncopen.

In voorbeeld 1 zorgt de overgebonden c er voor dat het accent van de 1e tel van maat 2, verschuift naar de 4e tel van maat 1.
Een maat verder gebeurt hetzelfde, maar daar wordt het accent verschoven naar de tweede helft van de 4e tel.


In voorbeeld 2 wordt door de overgebonden d het accent van de 1e tel verschoven naar de 3e tel van maat 1.

Syncopen komen in alle stijlen van de muziek voor, zowel in pop- en jazzmuziek als in klassieke muziek.


Een aantal ritmische figuren die vaak in de muziek voorkomen
kun je oefenen op de oefenpagina. (klik hier)