PARALLELLEN

Twee toonladders worden elkaars parallel genoemd wanneer ze:
- van elkaar zijn afgeleid
- bestaan uit dezelfde tonen
- hetzelfde aantal voortekens hebben

Wanneer we van de stamtonenreeks, dus van de toonladder van C-groot, de parallel zoeken,
vinden we A-klein. Onthoud in ieder geval deze twee toonladders: C & A !!

De majeurtoonladder, C-groot, ligt boven en de mineurtoonladder, A-klein, ligt onder.
Het interval tussen C en A is een KLEINE TERTS.
Je mag ook zeggen dat de mineurtoonladder begint op de 6e toon van de majeurladder.


Hoe heet de parallel van D-groot? Hiervoor moet je dus een kleine terts naar beneden en dat is B.
    De parallel van D-groot is dus B-klein.
Hoe heet de parallel van G-klein? Hiervoor moet je nu een kleine terts omhoog en dat is Bes.
    De parallel van G-klein heet dus Bes-groot.
Hoe heet de parallel van C-klein? Nu moet je een kleine terts omhoog en dat is Es.
    De parallel van C-klein is dus Es-groot.

Gebruik voor het uitrekenen van een grote of kleine terts altijd het overzicht van de stamtonenreeks
en leer uit je hoofd: grote terts is 2x een hele toon en: een kleine terts is een afstand van 1 hele + 1 halve toon.
Je kunt dit overzicht ook gebruiken bij het uitzoeken en opschrijven van andere majeur toonladders.