DE INTERVALLEN IN DE TOONLADDERS - 2



- In het eerste voorbeeld zie je de stamtonenreeks, dus de toonladder van C-groot.
- Deze is opgebouwd uit twee 5-tonenrijen, met de afstanden: hele-hele-halve-hele.
- Alle intervallen in deze en alle andere majeurtoonladders zijn groot of rein.






- In het tweede voorbeeld zie je de gelijknamige toonladder van C-groot: C-klein dus.
- Om van een majeurladder zijn gelijknamige mineurladder te maken, verlaag je de 3, 6 en 7.
- Alle intervallen zijn nu klein of rein, behalve de secunde, deze blijft groot.





- 1, 4, 5 en 8 zijn in beide toonladders reine intervallen, dus volkomen consonanten.
- de tertsen en sexten zijn in beide toonladders consonant.
- de secundes en septiemen zijn steeds dissonant, deze intervallen willen oplossen.