HET ORKEST       GESCHIEDENIS       DE PARTITUUR       DE INSTRUMENTEN       STEMMINGEN

FLUIT   PICCOLO   ALTFLUIT   HOBO   ALTHOBO   KLARINET   ALTKLARINET   BASKLARINET   SAXOFOON   FAGOT   CONTRAFAGOT   HOORN   TROMPET   CORNET   TROMBONE   TUBA
HARP   PIANO   VIOOL   ALTVIOOL   CELLO   CONTRABAS   SLAGWERK   ORGEL   MEER




De muziek voor de fagot wordt genoteerd in de F-sleutel en
      in het hoge register in de Tenor-sleutel.
De klank is gelijk aan de notatie.

De bouw is cilindrisch,
      met het mondstuk op een "roer".

Het instrument heeft een applicatuur met brillen en kleppen.

De aanblaaswijze is met een dubbel riet, zoals bij de hobo.



De fagot komt oorspronkelijk uit Italië en heette daar in de baroktijd dulzian.

Als afkortingen worden gebruikt: Fag. en Fg.