De muziek voor viool
wordt genoteerd in de G-sleutel. Notatie en klank zijn gelijk.
De viool heeft 4 snaren, in kwinten gestemd: g° - d' - a' - e'.
De belangrijkste speelmanieren zijn arco, dit is strijken
en pizzicato, dit is tokkelen. Het strijken wordt gedaan met de strijkstok.
Deze is gespannen met geharst paardehaar.
Uit de geschiedenis weten we dat het een oud Perzisch instrument was, de rebab. Het kwam naar Europa onder de
naam vedel.
In de baroktijd werden violen gemaakt door de bekende vioolbouwers Stradivarius, Amati en Guarneri.